Hij kent de onderkant van schoen en broekspijprand,
Ministershakken en regeerdershielen,
Want hij is van het soort, al likkend, der reptielen,
Die voortbewegen met hun buik in 't zand
Hij heeft zichzelve aan de vloer verpand,
Om daarop net zolang serviel te knielen
Voor drijvers, potentaten, imbecielen,
Tot men hem onderschijt van hogerhand
God zal hem eenmaal op Zijn bodem vinden,
Besmeurende de straten naar Zijn troon,
Al leurend met een foetus en een bom
Gewetens worden tot geweren in de
Ure des doods - want hoor, als eerbetoon
klinkt al het hakgeklap van het soldatendom
[En dat je er dan achter komt dat Gerrit Komrij een prachtige parodie gemaakt heeft op de Werkster van Gerrit Achterberg. Dientengevolge heeft dit log nu 2 motto's.]
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten