maandag, maart 29, 2004

Werkster

Zij kent de onderkant van kast en ledikant,
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.

Zij heeft zichzelve aan de vloer verpand,
om deze voor de voeten te versieren
van dichters, predikanten, kruidenieren,
want er is onderscheid van rang en stand.

God zal haar eenmaal op Zijn bodem vinden,
gaande de gouden straten naar Zijn troon,
al slaande met de stoffer op het blik.

Symbolen worden tot cymbalen in de
ure des doods - en zie, haar lot ten hoon,
zijn daar de dominee, de bakker en de frik.



[Met regelmaat komt iemand hier op zoek naar Gerrit Achterberg, symbolen of cymbalen. Het motto van dit weblog, tevens het motto van de roman Archibald Strohalm van Harry Mulisch, lijkt daarmee een veelgebruikte zoekterm. Vandaar het bovenstaande gedicht, zodat u het niet langer met slechts één regel hoeft te doen. Het overtypen van de roman Archibald Strohalm gaat mij te ver, die moet u maar kopen.]

Geen opmerkingen: